Dictionnaire Français-Néerlandais | Traduction en ligne | Gratuit | Parents

French

Français	Néerlandais
parent, parente	c relatief
famille	n gezin, c familie
ami, amie	c vriend (male), c vriendin (female)
parent	c ouder
mère	c moeder
père	c vader
enfant	n kind
fils	c zoon
fille	c dochter

sœur	n zuster, c zus
frère	c broer, c broeder
bébé	c baby, n kleintje, n kind
grand-parents	c grootouders
grand-père	c grootvader
papy	c opa
grand-mère	c grootmoeder
mamie	c oma
petit-enfants	n kleinkind
petite-fille	c kleindochter
petit-fils	c kleinzoon
tante	c tante
oncle	c oom
cousin, cousine	c neef (male), c nicht (female)
cousin germain, cousine germaine	c volle neef (male), c volle nicht (female)
mari	c man, c echtgenoot
femme, épouse	c vrouw, c echtgenote
neveu	c neef, c oomzegger
nièce	c nicht, c oomzegster
belle-mère	c schoonmoeder
beau-père	c schoonvader
gendre, beau-fils	c schoonzoon
belle-fille	c schoondochter
beau-frère	c schoonbroer, c zwager
belle-sœur	c schoonzuster
Français	Néerlandais